Het bekende galop pad in het bos

Tja, de titel spreekt natuurlijk al boekdelen. Waar gaat deze post over? Juist! Over dat beruchte pad in het bos waarop je paard ineens niet meer te houden is en MOET galopperen!

Het vormt vaak een groot probleem tijdens het buitenrijden. Maar hoe ontstaat nu zoiets? En nog belangrijker: hoe kan je het voorkomen? Wel, dat kan je lezen in deze post.

Het geheugen van paarden

Paarden hebben een zeer goed ontwikkelt langetermijngeheugen, die wel tot 10 jaar terug kan gaan. Dit geheugen werkt als een fotografisch geheugen. Alle beelden worden exact opgeslagen.

Bij ons mensen werkt dat heel anders. Wij zijn namelijk echte ‘verhalen vertellers’ en maken van onze herinneringen dan ook snel onze eigen versies waardoor feitelijkheden zelden realistisch opgeslagen worden. Bijzonder aan ons mensen is dat wij herinneringen BEWUST terug kunnen halen. Een paard kan dit niet. Zijn herinneringen zijn altijd gekoppeld aan z’n omgeving of aan de situatie waarin hij zich bevindt. Deze omgeving of situatie kan herinneringen als het ware ACTIVEREN.

Nu, waarom is dit langetermijngeheugen zo belangrijk voor paarden? Wel, het is belangrijk omdat het voor een paard voornaam is om te onthouden waar hij bepaalde soorten gras, kruiden, mineralen en water kan vinden. Roofdieren hebben bijvoorbeeld weer andere vaardigheden nodig om te overleven, want het is natuurlijk niet gezegd dat als er gisteren bij die boom een hert stond, dat er vandaag bij die boom weer een hert staat! Maar met gras en kruiden werkt dat wel zo.

Associaties

Dit sterk ontwikkelde langetermijngeheugen maakt ook dat paarden snel associaties kunnen maken, gewoontevorming en patroonherhaling opbouwen. Dat lijkt handig en soms is het dat ook. Maar als je hiermee niet oppast, kan het ook enorm tegen je gaan werken.

Persoonlijk heb ik het liefste een paard wat zo weinig mogelijk gewoontevorming opbouwt, want dan blijft hij veel meer aanwezig in het hier en nu. Hij blijft hierdoor wakkerder. Alert, afgestemd op mij en op wat er NU is. Ik maak mijn omgang en training dan ook altijd bewust dynamisch, zodat het paarden stimuleert om steeds weer opnieuw te anticiperen op alles wat ik aanbied. Op deze manier stimuleer je een optimale ontwikkeling, die elk moment groeit en steeds meer verfijning en afstemming krijgt.

Gewoontevorming bij paarden

Als er gewoontevorming ontstaat, kan dit dus positief of negatief uitpakken. Als je bijvoorbeeld een angstig en onzeker paardje hebt, dan kan een gezonde hoeveelheid gewoontevorming enige steun bieden. In dat geval is het bewust en zinvol gebruikt.

Maar als er gewoontevorming ontstaat omdat je zelf als mens je handelingen te weinig afwisselt, of uit gemakzucht, dan kan gewoontevorming een hele vervelende tot zelfs gevaarlijke factor worden in de omgang met je paard. Want je paard kan volkomen uit zijn element geraken en kan zelfs angstig en paniekerig worden als je even iets anders gaat doen dan normaal. OF het tegenovergestelde: het paard let niet meer op jou, maar gaat alvast! In dit tweede geval levert dat soms enorm gevaarlijke situaties op.

De voorbeelden zijn bij vele bekend. Maar ik noem er even drie.

  • Het bekende galop pad in het bos;
  • Je paard wilt zich steeds vroegtijdig lostrekken bij de weidepoort;
  • Je voert een keer om 17.15u ipv om 17u en alle paarden staan vol onrust te stampen tegen hun staldeur.

Hoe ontstaan deze gedragspatronen?

Het principe waarom dit soort gedragspatronen ontstaan is eigenlijk redelijk simpel. Ik neem het voorbeeld van het galop pad:

Je bent lekker buiten aan het rijden en je ziet een geschikt galop pad. Je denkt “ja! dat gaan we doen!” en je laat je paard een keer lekker gaan. Het was een fijne galop. Zowel jij als je paard hebben genoten.

De volgende keer ben je weer buiten aan het rijden en je komt op hetzelfde pad. Uiteraard laat je je paard nog een keer gaan want de vorige keer was zo fijn. Maar,.. je bemerkt al wel dat je paard deze keer niet zo rustig is in de galop dan de vorige keer. De derde keer dat je buiten gaat rijden begint je paard al onder je te dribbelen aan het begin van datzelfde galop pad. Hij weet het al en wilt graag gaan. Je denkt “Ok dan! .. want dat gedribbel is ook maar niets” Maar de galop heeft inmiddels een hele andere kwaliteit. Je paard is roekeloos en je voelt dat hij zich veel minder bewust is van zichzelf en van jou. Dit is meestal het moment dat je het stiekem toch wat gevaarlijk vindt worden en gelijk heeft dat intuïtieve stemmetje in jezelf!

Dit probleem is er namelijk één die binnen no-time verergert. Voor je het weet kom je op het pad en je paard is bijna niet meer te houden. Een mooi voorbeeld van dit gedrag zie je bij veel manegepaarden terug. Het is terecht dat je het gevaarlijk vindt worden, want dat is het ook! Zowel voor jezelf, als voor jouw paard.

Wat gebeurt er met je paard? Wel simpel. Je paard registreert de plek, zijn lichaam begint bij deze herinneringstrigger al stoffen aan te maken die hij vorige keren geproduceerd heeft en je paard wordt aan de binnenkant overgenomen door zijn eigen systeem. Met andere woorden: hij verliest de controle en beheersing over zichzelf. Het is een Pavlov effect. De bel gaat en de hond begint te kwijlen.

Hoe vermijd je nu dat zoiets ontstaat?

Ook dit is redelijk simpel. Vermijd herhaling. Zorg dat het patroon van hoe je dingen doet telkens NET even anders is. Om weer even terug te komen op het voorbeeld van het bospad:

  • De eerste keer galoppeer je gewoon;
  • De tweede keer stap je en galoppeer je op een ander pad;
  • De derde keer stap je en galoppeer je pas halverwege het pad aan;
  • De vierde keer draaf je of maak je overgangen;
  • De vijfde keer galoppeer je gewoon weer aan.

Als je het net even anders maakt, ontstaan er geen patronen en blijft je paard aanwezig in het hier en nu, afgestemd op wat JIJ op dat moment vertelt. Ditzelfde geldt voor paarden die amper nog te houden zijn als je ze naar de weide brengt of die zich vroegtijdig losrukken bij de poort. Wandel niet rechtstreeks naar de weide, maar maak een klein ommetje waardoor je de aandacht legt op het samen wandelen in plaats van naar de weide gaan. Maak een paar voltes onderweg, slinger een keer over het pad, wandel even een stukje verder de weide in. Allemaal creatieve manieren om je patroon steeds anders te maken.

Realiseer je ook even dat dit soort patronen in de natuur onmogelijk kunnen ontstaan. Want de natuur is dynamisch. Er is niet elke dag om 17u eten of om 13u beweging. Afhankelijk van de weersomstandigheden en de behoeften van de kudde: eten, spelen of trekken ze. Soms moeten paarden een dag reizen om bij water te komen. Dus ook wat eten betreft, activiteiten en beweging is het goed om dit enigszins dynamisch te houden. Voer bijvoorbeeld tussen 7u – 10u, tussen 13u – 16u en tussen 18u – 21u. Wissel je trainingsmomenten af.

Allemaal gemakkelijke oplossingen, voor het voorkomen van gevaarlijke problemen.
Ik hoop dat deze post je wat oplossingen gegeven heeft op problemen die soms erg moeilijk kunnen zijn. Thanks for reading!